Valse klimaathoop

Naar aanleiding van de jubelstemming over het klimaatakkoord van Dubai schreven Harriet Bergman, Merel van der Ham en ik een opiniestuk over valse klimaathoop.

Het meest recente klimaatakkoord is een overwinning van de fossiele elite. Over wanneer te stoppen met fossiel, of hoe, is niets concreets afgesproken. Net als in Kopenhagen in 2009 en in Parijs in 2015 is dit akkoord een wassen neus vol mooie beloften maar zonder bindende afspraken. Toch wordt het klimaatakkoord dat in Dubai onder leiding van oliesjeik Ahmed Al Jaber is gesloten de afgelopen weken geprezen als als historisch kantelpunt en zelfs maatschappelijke organisaties als Greenpeace vieren het. Dat landen na dertig jaar onderhandelen onder grote maatschappelijke druk eindelijk de samenhang tussen het verband van fossiele brandstoffen en de klimaatcrisis benoemen, is geen reden voor een feestje. Het erkennen van dit verband is pas wat waard als landen hier consequenties aan verbinden. Na Dubai kan de fossiele elite kan onverminderd doorgaan met het vernietigen van de planeet. Deze COP illustreert daarmee vooral het falen van (internationale) klimaatpolitiek.

De wereld stond het afgelopen jaar in de fik. Bosbranden, overstromingen, landverschuivingen, en bovendien door klimaatontwrichting veroorzaakte honger, onrust en schaarste. Eerste Kerstdag was de twee na warmste in de geschiedenis en op dit moment heeft Duitsland te maken met grote overstromingen. Hoeveel erger de gevolgen van verhitting worden hangt af van wat er de komende jaren gebeurt, want wat we nu doen bepaalt in hoeverre de planeet de komende tientallen en honderden jaren bewoonbaar is. Dit decennium wordt daarom wel het decennium van actie genoemd. Wetenschappers hebben eindeloos gepubliceerd, gesproken, en in wanhoop uitgeroepen wat nodig is: we moeten zo snel mogelijk van fossiel af. Daarvoor is geen erkenning nodig, maar vooral een fossiel afbouwpad met bindende afspraken en heldere deadlines.

Om in de strijd voor deze planeet hoop te houden is het belangrijk overwinningen te vieren. Dertig jaar geleden had het onderkennen van het verband tussen fossiele brandstoffen en klimaatontwrichting wellicht reden tot vreugde kunnen zijn. Maar anno 2024 brengt het akkoord van Dubai die vreugde niet. In deze fase van de planetaire crisis is de uitspraak 'fossiel en klimaat hangen samen' zonder concreet en bindend afbouwplan een doodvonnis.

Na de klimaattop van Kopenhagen zei schrijver George Monbiot dat het belangrijkste doel van klimaatbeleid niet het bestrijden van ontwrichting, maar het schrijven van beleid leek te zijn. Niet het vormgeven van klimaatactie, maar vertragen, groenwassen en doorgaan met de vernietigende status quo is wat er ook op de laatste COP gebeurde.

Waarom vieren zelfs kritische organisaties als Greenpeace dit akkoord dan toch? Tenminste één reden daarrvoor zijn de financiële prikkels die NGO's hebben om hoopvol over te komen. Ze moeten naar hun donateurs en fondsen terugkoppelen welke successen zijn bereikt. Het geld dat gespendeerd is, moet verantwoord worden, het liefst met klinkende en concrete overwinningen, zonder aanstoot te creëren. Deze prikkel kan ertoe leiden dat NGO's hoop verkondigen waar die er niet is, en daarmee de existentiële bedreiging van de planetaire crisis consequent rooskleuriger afschilderen. Daarmee brengen de groepen die zijn opgericht om de crisis te bestrijden de zaak onbedoeld schade toe.

Hoopvol zijn ten tijden van klimaatontwrichting betekent niet: je vasthouden aan wat goed gaat en je verheugen op het groeiend aanbod havermelk, vegan broodjes in economy class en boomplantacties van Shell. Dat zijn slechts nieuwe vormen van klimaatontkenning, namelijk ontkenning van implicatie. Het idee van 'groene groei', techno-utopisme, en het geloof dat de oliesjeiks en CEO’s in pak het wel voor ons oplossen, ontkennen de noodzaak tot fundamentele veranderingen binnen een ongelijk systeem. Hoopvol zijn in in de context van de planetaire crisis betekent het beest in de bek kijken, eerlijk zijn over klimaatontwrichting, en hier naar handelen.

Hoop ontstaat door actie. Samen hebben we invloed op hoe erg de gevolgen van klimaatontwrichting zullen zijn. Niet voor de slachtoffers van overstromingen, bosbranden en honger die fossiele winstzucht al gekost heeft, maar wel voor het leven nu en in de toekomst. Om de fossiele elite te verslaan moeten politici en NGO's de ernst van de situatie eerlijk schetsen. Het is belangrijk om overwinningen te vieren, maar voor valse hoop is het te laat.

Dit artikel verscheen eerder op Joop.nl.

Jelle de Graaf is activist, campagnestrateeg en trainer van sociale bewegingen.
Harriët Bergman promoveert aan de Universiteit Antwerpen op klimaatrechtvaardigheid, activisme en politieke emoties.
Merel van der Ham ontwerpt voor trainerscollectief Stroomversnellers een workshop over klimaatontwrichting en emoties.
 

Vorige
Vorige

noodzaak van verzet

Volgende
Volgende

Een brede beweging