grenzen aan de overtuiging
De afgelopen jaren is de klimaatbeweging er goed in geslaagd om de klimaatcrisis op de agenda te zetten. Maar om ook echt klimaatbeléid af te dwingen, is meer nodig. Op Jacobin.nl betoogde ik dat er grenzen zijn aan de overtuiging.
Wetenschappelijke artikelen, opiniestukken, petities, klimaatmarsen, scholierenstakingen, snelwegblokkades, blikken soep op schilderijen: de afgelopen jaren heeft de klimaatbeweging allerlei manieren gevonden om aandacht te vragen voor haar boodschap. En met succes: het thema ‘klimaat’ is niet meer weg te denken uit het maatschappelijk debat. Bovendien is het de klimaatbeweging gelukt om ‘neutrale’ termen als ‘klimaatverandering’ grotendeels te vervangen door realistischere begrippen als ‘klimaatcrisis’. De conclusie dat de verhitting van de planeet wordt veroorzaakt door mensen, is gemeengoed geworden en het merendeel van de Nederlandse bevolking maakt zich zorgen over het klimaat. Elke serieuze politicus bewijst op zijn minst lippendienst aan de klimaatcrisis. Toch blijft serieus klimaatbeleid uit. De uitstoot van broeikasgassen stijgt almaar verder en de vernietiging van het leven op aarde gaat onverminderd door. Op een existentieel moment in de menselijke geschiedenis loopt de klimaatbeweging tegen de grenzen van de overtuiging aan. Daarom zijn er nieuwe strategieën nodig.
Maatschappelijke verandering wordt historisch gezien altijd afgedwongen door een strijd om de macht.
Progressieve Nederlanders geloven graag dat ze de wereld kunnen veranderen door met mensen in gesprek te gaan. Maar hoewel het idee dat maatschappelijke verandering ontstaat door de kracht van overtuiging aantrekkelijk klinkt, is dit niet hoe het in de praktijk werkt. De Nederlandse slavernij werd niet afgeschaft doordat slavenhouders na een goed gesprek met slaafgemaakten met hun hand over hun hart streken: het einde van de slavernij werd afgedwongen door opstanden van slaafgemaakten, politiek activisme en druk vanuit het buitenland. En ook het algemeen kiesrecht in Nederland ontstond niet doordat fabriekseigenaren in 1917 met hun arbeiders in gesprek raakten en dachten: ‘Verhip, jullie zouden ook moeten kunnen meebeslissen, en nu we toch bezig zijn, laten we dan straks ook de vrouwen stemrecht geven.’ Ook het algemeen kiesrecht en vrouwenkiesrecht werden afgedwongen, door arbeiders- en vrouwenbewegingen die verschillende tactieken hanteerden – van petities tot massademonstraties en stakingen. Kortom: maatschappelijke verandering wordt historisch gezien altijd afgedwongen door een strijd om de macht.
Overtuiging, accommodatie en dwang
De sociale wetenschappers Peter Ackerman en Christopher Kruegler stellen, op basis van onderzoek naar geweldloze strijd in de twintigste eeuw, dat er drie primaire mechanismen zijn die voor verandering kunnen zorgen: overtuiging, accommodatie en dwang. Bij ‘verandering door overtuiging’ raakt de tegenstander simpelweg overtuigd van het standpunt van de actievoerder. Bij ‘verandering door accommodatie’, het mechanisme dat het vaakst voorkomt, kiest de tegenstander er liever voor om (deels) toe te geven, bijvoorbeeld omdat hij denkt zo ergere verliezen te voorkomen. Bij verandering door dwang kan de tegenstander niet anders dan de wil van de actievoerder opvolgen, omdat de actievoerder hem zijn machtsmiddelen heeft afgenomen. Van welk mechanisme bij een verandering sprake was, kun je alleen achteraf zeggen. Maar je kunt je strategieën wel op deze drie mechanismen baseren.
In de verandermechanismen zit een volgorde. Wil je maatschappelijk onrecht aanpakken, dan is het logisch dat je met overtuiging begint (al is het maar zodat je later kunt zeggen dat je dit geprobeerd hebt). Als dat niet werkt, kun je kijken of je je tegenstander zover kunt krijgen dat hij uit zichzelf (deels) toegeeft. Pas als dat niet lukt, probeer je de tegenstander daadwerkelijk door middel van dwang op de knieën te krijgen. De grenzen tussen deze mechanismen zijn niet altijd even hard: overtuiging kan overlopen in accommodatie en accommodatie in dwang. De vraag op welk mechanisme van verandering je je strategie uiteindelijk baseert, hangt nauw samen met de doelen die je wilt bereiken. Hierbij is de vuistregel dat hoe groter je doel is en hoe steviger het machtssysteem dat je wilt bestrijden verankerd ligt, hoe zwaarder het geschut is dat je inzet.
Is alleen overtuigen wel genoeg?
Ondanks de ernst van de klimaatcrisis, de grote maatschappelijke veranderingen die nodig zijn om deze te bestrijden en de immense belangen die ermee gemoeid zijn, baseert de klimaatbeweging haar strategieën tot nu toe met name op rationeel overtuigen. De aanname hierbij is dat als maar genoeg mensen beseffen hoe ernstig de klimaatcrisis wel niet is, verandering vanzelf volgt. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de klimaatbeweging erg op de wetenschap leunt, en veel (natuur-)wetenschappers zijn geneigd te denken dat rationele overtuiging dé manier is om verandering teweeg te brengen. Daarnaast is er in de klimaatbeweging weinig historisch bewustzijn van maatschappelijke strijd. (Neo-)liberale politici zijn er goed in geslaagd de winst van sociale strijdpunten uit het verleden als vanzelfsprekend te doen voorkomen. Veel mensen binnen de klimaatbeweging zijn voor het eerst in een sociale beweging actief, waardoor ze niet de kennis hebben om hierdoorheen te prikken. Zo blijft in de klimaatbeweging, meer dan in andere sociale bewegingen, de gedachte dominant dat overtuiging alleen genoeg is.
Zelfs een groep als Extinction Rebellion (XR), die stelt met massale blokkades een beleidsverandering te willen afdwingen, richt zich met veelal symbolische acties feitelijk op het beïnvloeden van de publieke opinie. De theorie achter de A12-protesten is niet dat de regering door de blokkades niet anders zal kunnen dan fossiele subsidies afschaffen, maar dat steeds meer mensen zich hierover zullen uitspreken, waardoor de overheid er uiteindelijk zelf voor zal kiezen haar beleid te veranderen. De strategie van XR maakt dus gebruik van een combinatie van overtuiging en accommodatie. Het grote succes als het gaat om het agenderen van fossiele subsidies, maar het beperkte succes in het afdwingen van beleidsverandering, laat zowel de kracht als de beperkingen van overtuiging als verandermechanisme zien.
Wanneer de klimaatbeweging haar strategie baseert op accommodatie, dan kan dit tot belangrijke successen leiden. Een goed voorbeeld hiervan is de campagne van Fossielvrij NL tegen pensioenfonds ABP, dat uiteindelijk stopte met investeren in de fossiele industrie. Met accommodatie is het niet mogelijk in één keer het hele systeem te veranderen, maar (belangrijke) deeloverwinningen zijn wel haalbaar – en wanneer die zich richten op goed gekozen sociale kantelpunten kunnen ze samen optellen tot systemische verandering. Dit vergt echter tijd, en in deze klimaatcrisis is dat nou juist wat we niet hebben. Naast campagnes die slim gebruikmaken van overtuiging en accommodatie, zal de klimaatbeweging daarom ook strategieën moeten durven inzetten die zich baseren op dwang.
De dreiging van dwang
Nu schrikt het woord ‘dwang’ misschien af. Toch speelt het, of alleen al de mogelijkheid tot dwang, een belangrijke rol bij maatschappelijke verandering. Zo is een staking – misschien wel de bekendste tactiek om sociale verandering voor elkaar te krijgen – voor werkgevers gevaarlijk omdat er dwang van uitgaat. Werkgevers zullen dan ook, voordat ze niets anders meer kunnen, met stakers in onderhandeling gaan. De staking eindigt dan door accommodatie, maar de dreigende aanwezigheid van dwang speelt wel degelijk mee. Ook een boycot is een veelgebruikt veranderingsmiddel waarbij accommodatie en dwang in elkaar overlopen. En ook een blokkade is in potentie een dwangmiddel. Waar Extinction Rebellion vooral symbolische blokkades toepast, zouden échte blokkades ingezet kunnen worden om de fossiele industrie daadwerkelijk te verlammen.
Door niet de fossiele industrie te targeten maar met wegblokkades de centra van grote steden te ontwrichten, bracht XR burgerlijk ongehoorzame klimaatactie het dagelijks leven in.
Voor de opkomst van XR in 2018 en 2019 speelde veel militant klimaatactivisme zich af op afgelegen industrieterreinen, ver buiten het zicht van het grote publiek. Denk aan de acties van Code Rood bij Gasunie in Groningen of aan die van Greenpeace bij boorplatforms. Deze acties, die zich direct richtten op fossiele infrastructuur, slaagden er niet in om de aandacht van de media langdurig op de klimaatcrisis te richten. Daarom koos Extinction Rebellion voor een radicaal andere strategie: door niet de fossiele industrie te targeten maar met wegblokkades de centra van grote steden te ontwrichten, bracht XR burgerlijk ongehoorzame klimaatactie het dagelijks leven in. Daar kon niemand omheen. Er was veel kritiek op deze strategie omdat die zich zou richten op gewone mensen, maar uiteindelijk wisten de acties het thema ‘klimaatcrisis’ wel het publieke debat in te brengen. Mede door de zichtbare acties van XR ontstond er een golf van aandacht voor het klimaat en werden alleen al in Nederland tienduizenden mensen gemobiliseerd voor burgerlijk ongehoorzaam klimaatactivisme.
Samen staken voor het klimaat
Inmiddels is de klimaatbeweging groter dan ooit en staat de klimaatcrisis vol in de schijnwerpers. Maar om verder te gaan dan alleen agenderen, moeten we onze aandacht nu juist richten op de fossiele infrastructuur waar succes eerder nog buiten bereik lag. Denk aan kolensporen, havens en distributiecentra: hier zijn grootschalige, langdurige blokkades nodig om economische dwang uit te oefenen. En naast strategieën die zich op de fossiele industrie zelf richten, moeten we ook de enablers aanpakken: de organisaties die het bestaan van de fossiele industrie mogelijk maken, zoals banken, pensioenfondsen en universiteiten. De overwinningen bij pensioenfondsen ABP en recenter PFZW laten zien wat er op dit punt mogelijk is. Ook de reeks universiteitsbezettingen van End Fossil van het afgelopen jaar stemt hoopvol. Als deze groep genoeg studenten weet te mobiliseren om voor langere tijd bezettingen te kunnen volhouden, kan ze een kantelpunt creëren en de nauwe banden tussen wetenschap en de fossiele industrie verbreken.
Tot slot moeten we als klimaatbeweging nadenken over de vraag hoe we het machtige middel van de staking kunnen inzetten. Een van de potentieel krachtigste manieren om stevig en rechtvaardig klimaatbeleid af te dwingen, is door een algemene, nationale staking te organiseren. Om dit voor elkaar te krijgen, zullen we als klimaatbeweging de handen ineen moeten slaan met de vakbeweging. De verschillende kortetermijnbelangen die er bestaan tussen (delen van) de vakbeweging en de klimaatbeweging en de spanningen die dat oplevert, laten zien hoe moeilijk dit gaat worden. Het FNV Netwerk Klimaat, dat is opgericht om de klimaatbeweging en FNV dichter bij elkaar te brengen, biedt de hoop dat we de verschillen kunnen overbruggen.
De afgelopen jaren heeft de Nederlandse klimaatbeweging een enorm netwerk opgebouwd. Aan de 85.000 mensen die op het Museumplein demonstreerden en de tienduizenden mensen op de A12, is te zien hoe groot onze mobilisatiekracht is. Ook zijn er belangrijke stappen gezet in het opbouwen van bondgenootschappen met andere sociale bewegingen, de politiek en maatschappelijke organisaties. Om een leefbare én eerlijke aarde af te dwingen, hebben we elkaar keihard nodig.